Kuier’n met...

De in Diepenheim geboren en getogen André Manuel (54) leest en wandelt zich suf tijdens de coronacrisis. Zolang de theaters dichtzitten, kan de muzikant/cabaretier geen kant op. “Het zijn bizarre tijden. De uitbraak van het coronavirus is waarschijnlijk de allergrootste gebeurtenis uit ons bestaan. De impact laat zich vergelijken met die van een wereldoorlog. Zoiets gaan we niet nog eens meemaken. Hoe ik als muzikant en theatermaker hieruit ga komen? Geen idee. Het originele plan was dat ik in mei een maand zou reizen om vervolgens op het Oerol Festival op Terschelling mijn nieuwe voorstelling te presenteren. Door die plannen is een streep gezet. Of en wanneer ik wél weer kan optreden, is afwachten. Hoe lang? Misschien wel tot er een vaccin op de markt is. Op het moment ben ik dus a-productief. Ik ben iemand die een deadlines nodig heeft, anders kom ik niet in actie.”

MEER ANDRÉ

Naam: André Manuel
Geboren: 14 januari 1966
Woonplaats: Diepenheim
Burgerlijke staat: Woont geregistreerd samen met zijn vriendin en heeft een dochter van bijna twintig.
Succes: André had een belangrijke inbreng in het populaire lied Zandloper van Typhoon en maakte inmiddels al zo’n achttien theatervoorstellingen.
Twentse taal: “Ben niet zo’n puritein wat de Twentse taal betreft. Ik heb met Van Jonge Leu en Oale Groond meegedaan. Daar was een Friese taalcoach die mij wilde vertellen hoe ik Twents moest praten. Tja, dan gooi in de kont tegen de krib. Dikke ruzie. Ik houd van taal die verandert. Taal is iets wat leeft, je moet oude woorden loslaten en nieuwe dingen toevoegen. Ook in het Twents. Het Twents dat ik bezing is ongetwijfeld niet het Twents van al die taalclubjes. Ik schrijf wat ik voel, wat ik zie. Daar geef ik woorden aan. In mijn Twents.”
Favoriet wandelmoment: “In ’t tweeduster. Vlak voor zonsondergang.”
Levensmotto: “Heb ik niet echt. Als ik toch wat moet zeggen: ik vind het belangrijk dingen te proberen. En daarbij draait niet alles om winst. Vaak gaat het om het proces. Tegelijkertijd vind ik het wel belangrijk om geld te verdienen om te kunnen leven.”