A-merk

Het is u misschien niet eens opgevallen, maar al een nummer of vijf staat in helderwit boven de titel van dit prachtblad het regeltje OostBest. Een aardige verkorting van het gezegde Oost, west, thuis best.

Waar ik kan, roep ik dat Oost-Nederland – soms meer specifiek de Achterhoek – een A-merk is. Ik meen het nog ook. Velen lachen besmuikt en doen er verder het zwijgen toe. Slechts een enkeling vraagt waarom ik dat vind. Dan begin ik uit te leggen dat de oosterling een harde werker is. Dat de meesten van het type niet lullen, maar poetsen zijn. En dat er wat dat betreft eigenlijk geen verschil bestaat tussen het zwakke en het sterke geslacht. De logische vervolgvraag is meestal of ik een voorbeeld heb. Van dat zwakke geslacht met name. Dat heb ik. Ik vertel dat de meneren en mevrouwen in de grote steden vroeger graag dienstbodes uit het oosten van het land hadden, omdat die bescheiden waren, netjes van taal en antwoord, dat ze niet op een uurtje keken, lief voor de kinderen waren en soms ook voor meneer…

De hele column lezen van Arie Ribbers? Klik hier en word abonnee.