Dat heb ik ook nog wel!

Columns 8 december 2017 0

De afgelopen zomer waren we op vakantie in Noorwegen. Terwijl we langs adembenemende fjorden door het ruige landschap toerden, zagen we regelmatig handgeschreven bordjes met het woord loppe. Tijd om het vertaalprogramma aan te zetten. Mmm, ik vond het woord ‘vlo’. Dat moest een vergissing
zijn. Tot we gingen kijken, toen ging er een lampje branden. We kwamen bij een verkoop aan huis van allerlei historische voorwerpen. Rommel, volgens mijn man. Een vlooienmarkt dus; de vertaling klopte toch.
Het is al jaren mode, ook in Nederland. Overal vind je stalletjes, winkeltjes en markten waar oude spullen te koop worden aangeboden. Soms onder de chique naam Brocante, een andere keer heet het Curiosa of Hergebruik. Er is een levendige markt in spullen waar de eigenaren graag vanaf willen. Wie heeft nog een
melkbus nodig of een petroleumlamp? En wat te denken van al die oerlelijke vakantiesouvenirs?
Ik heb er niet zoveel mee. Met uitzondering dan van de voorwerpen waaraan een herinnering verbonden is. De rollen linnen, het spaarpotje van de Rijkspostspaarbank, de brandblusser uit een van de eerste OAD-bussen. Dan is die oude rommel ineens
waardevol.
Het moeilijke is natuurlijk wel dat je niet vooraf weet wat je later gaat waarderen of mist als het is weggegooid. Voor de zekerheid maar bewaren dan? Ik ken mensen die kleding van de laatste 40 jaar in de kast hebben hangen. Niet omdat ze het ooit nog dragen, maar weggooien is ook zonde. Een vriendin vertelde dat
haar ouderlijk huis van kelder tot zolder vol staat met gebruiksvoorwerpen uit de laatste 200 jaar. Vast ook mooie spullen, maar waarschijnlijk vooral veel kopjes zonder oor, beschadigde pannen, kapot speelgoed en boeken waar de muizen aan hebben geknaagd. Dat weet ik ongezien.
We bewaren spullen graag. Je weet maar nooit of het nog te pas komt en weggooien kan altijd nog. Het eet immers geen brood. Alle ‘bewaarders’ hopen op dat ene moment waarop ze trots kunnen roepen: “Dat heb ik ook nog wel!” Dat hoor je dan, wanneer iemand jeugdherinneringen ophaalt en vertelt over een
melkkrukje, de immense kinderwagen of de bascule. Helaas komt het er zelden van dat voorwerpen van eigenaar wisselen. Misschien omdat het een waardevol erfstuk is, maar veel vaker omdat het bij nader inzien toch vol houtworm zit, verroest is of niet meer werkt. Rommel dus.

Henny Wibbelink

Henny Wibbelink (52) is opgegroeid in de buurtschap Beuseberg, tussen Holten en Markelo. Tegenwoordig woont ze met haar gezin in het Brabantse Vlijmen, maar de band met de buurtschap is er nog steeds. Over de Beuseberg schreef ze een boek. Op haar werk bij de gemeente ’s-Hertogenbosch komt ze ook in aanraking met mensen die iets willen betekenen voor hun buurt- en wijkgenoten. ‘Modern noaberschap’ dus. Haar columns gaan over de verwondering over het plattelandsleven in het oosten van het land in de huidige tijd.

Plaats een reactie

0 Reacties