Onkruid

Inmiddels weet ik wat de harige woekerplant is die pijlsnel de tuin in zijn bezit zou kunnen nemen: de Ossentong. En kijk nou, als hij bloeit is hij toch best lief. En dat vinden heel veel insecten ook, en vervolgens de insecteneters. Dus eigenlijk is er niks mis mee met die plant, behalve zijn ongebreidelde aanwezigheid. Dat geldt ook voor Zevenblad, als het bloeit: mooie, ragfijne bloemschermen waar ook veel beestjes op af komen. En het volgt netjes op het Fluitenkruid, dus eigenlijk moet je er helemaal niet over klagen.

Neem nou het Lelietje-der-dalen: een gecultiveerde plant die er ook wat van kan! Dit jaar hadden we de mazzel met het koude voorjaar. We hebben daardoor wekenlang van haar mooie bloeiwijze kunnen genieten, normaal duurt dat net een weekje. En ooit heb ik een paar geraniums, welk soort weet ik niet, geplant en dat is inmiddels een perk van zes vierkante meter geworden. Heel mooi, nu, bloeiend met knalroze bloemetjes.

En op een andere plek breidt het Zeepkruid zich flink uit, ook roze. Om maar niet te spreken over het stuk dat gedomineerd wordt door Guldenroede (geel). Ik vind het prima: als dat er staat, kan er niks anders staan en heb ik dus een redelijk onderhoudsvrij stukje tuin gecreëerd waar ook tal van dieren veel plezier aan beleven. Alles bij elkaar heb ik zo ongeveer evenveel ‘kruid’ als ‘onkruid’, hoe je het ook wilt noemen. Ooit heb ik me laten bedotten bij de aankoop van wat oeverplanten voor onze vijver. Toen ik thuis de boel in de grond ging zetten bleek ik voor 7 euro twee Pinksterbloemen gekocht te hebben. Ik bedoel maar.