Ontmoeting

Columns 4 februari 2018 0

Ze waren met z’n vieren. Twee meisjes van zekere leeftijd in luchtige fietskleding en twee mannen – tweelingbroers bleek later – die zich blijkbaar nog jong genoeg voelden om een superhippe fiets met knoepers van banden te berijden en hun baseballpetjes achterstevoren te dragen.

“Mijn gezelschap is even een ijsje kopen. Als u dat ook wilt, pas ik wel even op uw fietsen”, zei een van de twee vrouwen, de langste. Ze vertelde en passant dat je dat in Amsterdam zo maar 25 euro kon kosten. “Komt er zo’n tiep naar je toe met de mededeling ‘Ik heb op uw fiets gepast. Mag ik even vangen?’ Sommige mensen betalen ook nog. Uit pure angst!”

Ze stonden op de camping, vertelden ze. Geweldige plek. Helemaal toppie. Of wij ook op een camping stonden. Nee, wij fietsten een van de mooiste rondjes vanuit onze woonplaats, waarbij we het centrum van Vorden – daar waren we – zeker even moesten raken. Gezellige horeca en het lekkerste ijs van de regio. “Zwaar mee eens”, zei de bebrilde helft van de tweeling. “Maar mag ik u eens wat vragen? Wij hebben hier de laatste dagen ook heel wat kilometertjes afgelegd, maar we vinden het zo stil. Keurige boerderijen, prachtige bloementuinen, fris geschoren gazons, maar geen mens te bekennen. Is dat altijd zo?” Ik antwoordde dat het me niet speciaal was opgevallen. Misschien dat de bewoners aan de andere kant van het huis waren gaan zitten? Niet iedereen is een zonaanbidder.

Ja, de MORE-musea in Gorssel en Ruurlo hadden ze al afgevinkt. “Fantastisch!”, klonk het uit vier kelen tegelijk. “En dat kasteel, zó mooi gerestaureerd.” De andere helft van de tweeling wist dat in de buurt van Huize Ruurlo een broer van een vriend woonde of had gewoond. “Een kunstschilder”, voegde hij eraan toe. “Had de man een dochter die Linda heette?”, vroeg ik. “Jazeker”, klonk het enthousiast. “Hoe is het mogelijk”, zeiden beide dames. “Wat is de wereld toch klein.”

Met die aloude wijsheid ging ieder zijn weegs. Had ik mijn moeder over deze ontmoeting kunnen vertellen, dan zou ze zeker gezegd hebben: A’j met de konte naor mekare waarn gaon staon, waar’j haoste familie ewes.

Arie Ribbers

Arie Ribbers (1945) stond in totaal 18 jaar voor de klas. De periode in het onderwijs combineerde hij met freelance werkzaamheden voor de RONO, Radio Oost en Omroep Gelderland. In 2005 begon de geboren Ruurloër met het schrijven van columns voor de Stentor en het samenstellen van de Achterhoekse en Liemerse Spreukenkalender. In 2007 bracht hij met zijn collega’s Hans Siemes en Ben van Uhm de plattelandsglossy Naober op de markt.

Plaats een reactie

0 Reacties