Winterklaar

Columns 8 december 2017 0

In het winternummer van 2017 konden Naoberlezers genieten van een gast-column van Mirjam Enzerink, redacteur van de rubriek Binnenkieken.

Hoofdschuddend loopt mijn vader door mijn tuin. Ik volg zijn blik over de ingestorte borders. Afgestorven vrouwenmantel, geknakte kattensnorren,
dorre pluimen moerasspirea, de grond onzichtbaar onder het dode blad. Een heerlijke chaos, vind ik. Een vreselijke bende, vindt hij. Een kwestie van smaak
of een typisch gevalletje generatiekloof?
Vroeger maakte iedereen zijn tuin vanzelfsprekend winterklaar. Vaste planten werden net boven de grond afgeknipt. Niemand wilde een rommelige tuin met
snotterige hoopjes plantenresten. Tegenwoordig weten we dat de aftakelende winterborder zo zijn voordelen heeft. Vooral voor dieren. Merels hoor je tussen het
blad naar slakjes en insecten harken. Mezen en putters hangen ondersteboven aan bloemstelen om achtergebleven zaad te winnen. Egels kruipen warm weg
in een bladerhoop.
Mijn tuin gaat ongeknipt in winterslaap. Deels omdat ik een echte ‘leunstoeltuinier’ ben, zoals tuinauteur Romke van der Kaa dat zo mooi zegt. Ik geniet er
enorm van, maar door chronisch tijdgebrek vooral vanaf de zijlijn.
Ik sta juichend te kijken hoe de vaste planten en eenjarigen over elkaar heen buitelen tot een groot boeket. Ook als daar onkruid tussen groeit. Zelfs woekeraar
gulden roede ontvang ik met open armen. Een doodzonde, ik weet het, maar ik houd van die wilde weelde. Omdat die me steeds opnieuw verrast. Ook
in de winter. De bruine bollen van hortensia’s ‘Annabelle’, de zaaddozen van papaver en zonnehoed. Ik pieker er niet over om al dat moois al in november af te
knippen.
Een tuin die winterklaar is mag dan netjes zijn, ik vind hem akelig kaal en saai. Soms kom ik in de winter wel even uit die leunstoel. Zo smokkel
ik potten vol winterbloeiers mijn terras op. Om de afstervende tuin een beetje te verbloemen met vrolijke winterviolen, primula’s en cyclaampjes. De kerstboom gaat
op 2 januari naar buiten voor een tweede leven als vogelvoederplaats.
We tuigen de naaldloze takken op met vetbollen en pindasnoeren. Regelmatig hark ik de grote bladeren van onze plataan van het gazon. Die kunnen het
gras verstikken waardoor kale plekken ontstaan. Eind januari knip ik het blad van Helleborus af.
Want de bloemen van kerstroos en stinkend nieskruid verdienen alle aandacht. Bovendien is het blad schimmelgevoelig. Ook kijk
ik af en toe voorzichtig onder de dode bladeren in de borders – uitstekend isolatiemateriaal overigens. Zijn er al neusjes zichtbaar van sneeuwklokjes, krokusjes en
blauwe druifjes? Tegen de tijd dat die hun kopjes oprichten, is mijn tuin lenteklaar. Maar dan begint het onkruid ook weer te groeien.
Ik hoor mijn vader al zuchten.

Mirjam Enzerink

Mijn teksten schrijven zich vanzelf als alle zintuigen op scherp staan. * Luisteren. Ook tussen de regels door. * Voelen, aanvoelen en meevoelen. * Zien, verder kijken en doorzien. * Ruiken, proeven en voelen wat dát doet. Door woorden te geven aan al die sensaties, hoop ik verhalen te schrijven die zo beeldend zijn dat lezers zich ter plekke wanen. Respect voor de woorden van mijn bron – de geïnterviewde – is essentieel. Het mooiste compliment dat ik kan krijgen is: ‘je hebt me neergezet zoals ik ben.’

Plaats een reactie

0 Reacties